9/1/2024
Get it done! De kracht van de coach bij een innovatieprogramma
30 jongeren, 6 proposities, 3 maanden, 1 unieke kans om te pitchen voor de sector tijdens het Impact Event: the stakes are high bij het Jongeren Innovatie Programma (JIP). Het Verbond voor Verzekeraars en MakerLab organiseerden onlangs alweer de 8e editie van dit event. Het doel? Het netwerk vergroten én leren innoveren van een expert.
Zes groepen enthousiaste jongeren uit de verzekeringsbranche werkten onder begeleiding van een MakerLab-coach aan hun propositie. De rol van de coach is cruciaal voor het succes. Hoe zorg je dat er aan het einde van die drie maanden ook echt iets te presenteren valt aan de movers & shakers in de verzekeringswereld?
We spraken erover met MakerLabs programma lead Jornt van Dijk en Jesse Owie, die deze laatste editie van het JIP organiseerde vanuit het Verbond voor Verzekeraars.
Wat moet ik me voorstellen bij het JIP?
Jesse: ‘In vijf dagen verspreid over drie maanden gaan deelnemers in groepjes een innovatie met elkaar bedenken. Sector breed, dus niet een propositie waar maar één bepaalde verzekeraar iets aan heeft.’
Jornt: ‘Het is een soort uitgerekte design sprint, waarbij wij van MakerLab deels lesgeven maar ook echt een groep door een eerste innovatieprobleem heen coachen. Niet alleen luisteren, ook doen.’
Wat haal je eruit als deelnemer?
Jesse: ‘Persoonlijk vind ik het netwerk dat je opbouwt erg waardevol, net als de ervaring. In mijn werk herken ik nu situaties: o ja, dat heb ik hier geleerd. De basis is gelegd.’
Jornt: ‘Precies. Ze snappen aan het eind waarom we op een bepaalde manier door zo’n proces heen gaan; dat zie ik als het grootste resultaat. Als er bij een verzekeraar een ideetje opspringt en je hebt iemand uit ons programma in de buurt, die dat dankzij het JIP herkent en durft op te pakken, dan krijg je innovatietractie. Kijk, en zo komen goede ideeën dus op de markt!’
Wat zijn de belangrijkste kwaliteiten en tips van een goede innovatiecoach?
1. Maak het klein
Jesse: ‘Het thema was deze keer: voor alles en iedereen een verzekering. Daaronder vallen dan weer subthema’s, zoals bijvoorbeeld “de kwetsbaren van de toekomst” en “virtuele eigendommen”. Het is dus heel breed.’
Jornt: ‘Aan het begin is er altijd veel enthousiasme; ze formuleren de grootste problemen die ze willen oplossen. Dat moeten wij dan indammen, want we hebben maar vijf dagen. Bij dit soort grote onderwerpen raak je bovendien snel verzeild in ellenlange discussies, waarbij onze hersenen niet meer kunnen onderscheiden waar we naartoe moeten. Er is gewoon te veel informatie. Dat versimpelen en zo een klein beetje voortgang creëren is onze taak.’
Jesse: ‘Het is belangrijk dat de thema’s relevant zijn voor de verzekeringswereld, maar daarnaast is het ook fijn als je kunt testen en experimenteren.’
Jornt: ‘De beste thema’s zijn nieuwe, relevante trends waar mensen ook echt een beeld bij hebben. Je snapt wat er gebeurt en daardoor kun je erover dromen, brainstormen, experimenteren én de verzekeringswereld vindt het interessant.’
2. Eerst luisteren en dan (de juiste!) vragen stellen
Jesse: ‘De belangrijkste eigenschap van een coach is dat-ie goed moet kunnen luisteren en weet wat de behoeftes zijn binnen de groep en welke kant er op wordt gedacht. Een goede coach laat je op een andere manier kijken naar dingen door vragen te stellen.’
Jornt: ‘Klopt. Innoveren is een ontzettend sociaal vak; je moet kunnen aanvoelen waarom iemand iets zegt in een groepsdiscussie. Alleen dan kun je de sfeer behouden en het proces een duwtje in de juiste richting geven.’
3. Houd de bal rollend en in de lucht
Jornt: ‘Als het iets minder loopt, dan probeer ik de energie erin te houden. Bij innovatie is het niet zo dat één persoon meer gelijk heeft dan een ander – we weten het allemaal nog niet. We moeten vanuit een groepsproces kiezen.’
Jesse: ‘Als je veel tijd hebt besteed aan het uitwerken van een gedachte, is het soms lastig om iets los te laten. Dan komt de expertise van een coach om de hoek kijken.’
Jornt: ‘Jij bent als coach de innovatiepartner. Als wij het al niet weten, dan komt de groep zeker niet verder. Je hebt ook een bepaalde vorm van besluitvaardigheid nodig. Als het nodig is, dan moet je de knoop durven doorhakken.’
4. Een stukje ontzorgen
Jesse: ‘Je vergeet soms als deelnemer dat de coaches ook nog heel veel voor je doen, naast het overbrengen van informatie. Als er een bepaald design, bijvoorbeeld een logo of een presentatie, nodig is, hebben zij de skills om die professioneler op te zetten. Dat scheelt zo veel tijd.’
Jornt: ‘Goed om te horen! Het geeft voldoening als je waarde kunt toevoegen aan een proces. Waar hebben ze het over? Kan ik hier iets mee? Hebben ze hulp nodig? Als je een groep ziet floreren dankzij de methodes en kennis die jij hebt meegenomen, dan is dat tof.’
5. Het mag écht leuk zijn
Jornt: ‘Niet vergeten: het zijn jonge verzekeraars. Die komen om iets te leren, maar ook voor hun lol en om te netwerken. Het mag een beetje luchtig blijven. Dat ze terugkijken en denken: ik heb het echt leuk gehad.’
Jesse: ‘We krijgen altijd meer aanmeldingen dan we plaats hebben. Iedereen is zo enthousiast… De band die je opbouwt is sterk – dat netwerk zit er voor altijd in. Veel mensen willen in de jaren erna terugkomen om te begeleiden of om bij het Impact Event te kijken.’
6. Eindig met een knaller
Jesse: ‘Wat me als deelnemer het meest is bijgebleven, is het Impact Event aan het eind waarbij je jouw idee presenteert aan een zaal vol mensen uit de branche. Zelfs de directie zit er.’
Jornt: ‘We hangen relatief veel waarde aan de pitch, voor de informatie die ze hebben kunnen verzamelen in die korte tijd. Het is een goede oefening om je verhaal te presenteren alsof je om miljoenen aan funding vraagt. Dat vereist dat je mensen moet kunnen overtuigen van jouw standpunt. Een stukje eigenaarschap.’
Jesse: ‘Ja, daar hebben de coaches zeker een rol in. Hoe zorg je nou dat je het juiste vertelt bij zo’n pitch? Dat je niet te veel vertelt, dat de structuur goed is en dat je het juiste uitstraalt? Het is typerend voor het JIP dat iedereen die pitch wil doen. Iedereen is betrokken en enthousiast.’
Jornt: ‘Wat mij ook opvalt, is dat er een curve van emoties zit bij deelnemers. Ze beginnen enthousiast, daarna daalt er een stukje realisme in, maar ze eindigen ook altijd weer hoog. Vol enthousiasme als ze een experiment hebben gedraaid en een vorm van bewijs vinden. En zo’n pitch is dan echt de knaller. Superleuk om te zien.’