10/11/2022

Innovatie in het onderwijs: experiment designer Jornt ging ‘terug’ naar school

Serra Alink

B2B Marketeer

‘We willen iets, iets anders, maar we weten niet precies wat. En ook niet hoe. Kun je ons helpen?’ Dat was de vraag waarmee Leonie van der Zanden-Veth, hoofd bedrijfsvoering van het Haags Montessori Lyceum (HML), bij MakerLab terechtkwam. En laat dat nu net de perfecte vraag zijn voor een doorgewinterde experiment designer als Jornt van Dijk. Met zo’n Inhouse Expert haal je het beste uit je eigen team en middelen met de frisse blik en expertise van een buitenstaander (lees hier alles over de case). We vroegen Leonie en Jornt naar de grootste eyeopeners en learnings tijdens dit unieke project. Want uniek, dat is het zeker. 


Vertel.


Leonie: ‘Van het NPO, Nationaal Programma Onderwijs, kregen wij als school geld om de leerachterstanden, opgelopen tijdens de coronajaren, weg te werken. Als organisatie moest je gelijk een plan hebben. Waar ga je die miljoenen aan uitgeven? De meeste scholen dachten aan bestaande interventies, zoals extra lessen, extra docenten inhuren, examentrainingen… Ik was op zoek naar een duurzamere oplossing.’


Wist je wat een experiment designer was?


Leonie: ‘Géén idee. Ik kwam helemaal blanco bij MakerLab binnen en ging na die eerste meeting met een globaal idee van aanpak naar buiten.’


Verrassend en gedurfd voor een school.


Leonie: ‘Ik kon me gewoon niet voorstellen dat er buiten het onderwijs, binnen een andere branche, niet iets vergelijkbaars was dat we hier zouden kunnen toepassen.’


Hoe ging de rest van de organisatie ermee om?


Leonie: ‘Het is heel nieuw, ook voor het HML.’


Jornt: ‘Er was in het begin wel wat argwaan bij docenten. Zo van: “O, ze hebben een consultant ingehuurd. Die zal wel even komen vertellen hoe het moet en dan weg vliegen.”’


Een uitdaging dus.


Jornt: ‘Het blijft moeilijk om mensen aan te zetten om nieuwe dingen te proberen. Sommige docenten geven al jaren les op een bepaalde manier, die hebben geen behoefte aan experimenten.’


Hoe kreeg je ze toch zo ver?


Jornt: ‘Uiteindelijk kregen ze door dat we écht luisterden en kleine dingen wilden proberen zoals de docenten het zelf voor zich zagen.’


Hoe wist je wat ze nodig hadden?


Jornt: ‘Er was heel weinig inzicht in wat voor vormen van achterstand er waren. Het HML wilde het liefst zo snel mogelijk een situatieschets. We hebben dat in kaart gebracht in een monster excel vol data.’


Leonie: ‘Belangrijk, want onze 1500 leerlingen hebben allemaal een eigen situatie en pad bewandeld tijdens de pandemie.’


Jornt: ‘We wilden zowel het grote perspectief bekijken, als individueel weten wie wat nodig heeft.’


Is dat gelukt?


Leonie: ‘Zeker. De manier waarop Jornt en Liza (service designer bij MakerLab zusje Unplugged) alles hebben omgezet in heldere visuals, heeft ons enorm geholpen. Door het denkproces goed neer te zetten kon de directie meteen zien waar conclusies vandaan kwamen.’


Waar begin je als alles wijd open ligt?


Jornt: ‘Praten. Eerst moet je snappen hoe zo’n school werkt. Liza, mijn collega die er in het begin ook bij betrokken was, had eerder op scholen gewerkt, ik niet. Wat voor organisatie is dit? Hoe wordt er gestuurd? Hoe hebben leerlingen en docenten het jaar beleefd? Je ziet telkens bepaalde punten terugkomen.’


Leonie: ‘Dat mensen hem uiteindelijk in vertrouwen namen, zegt iets over Jornt. Hij zou zo bij het HML kunnen werken. Het was een goeie match, dat heeft Sander (managing partner MakerLab) slim bekeken.’


Jornt: ‘Bij leerlingen klopt dat wel, ja. Dan vroeg ik ze om me alles te vertellen en zei ik: “Ik ben trouwens geen docent hoor.” “Ooooo,” zeiden ze. En dat bleek het startpunt voor een stortvloed aan ideeën, oplossingen en open gesprekken.’


Het klinkt anders dan ‘standaard’ data driven design.


Jornt: ‘Klopt. In het begin zagen we het echt als een bedrijfskundig probleem. Dan wil je elke stap en keuze kunnen verantwoorden, maar dat is moeilijker als het minder tastbaar is.’


Hoe bedoel je?


Jornt: ‘Het gaat hier niet om platte cijfers en data, maar om leerlingen. Bij data driven design wil je hard bewijs kunnen aanvoeren, tot achter de decimaal. Dat moesten we loslaten.’


Was er dan helemaal geen keiharde data?


Jornt: ‘Die was er ook, schoolprestaties bijvoorbeeld. Maar het gaat daarnaast om welzijn. En dat is moeilijker te meten. We wilden uiteindelijk zoveel mogelijk leerlingen zo goed mogelijk helpen. Dus niet: jij mag niet, want je staat een 7,2 en jij hebt een 7,1, dus jij mag wel.’


Was dat ook het grootste obstakel?


Jornt: ‘Nee, dat was de beschikbare tijd van mensen. Het leven gaat door, lessen moeten gegeven worden en de pandemie was nog niet voorbij. Nieuwe dingen raken snel ondergeschikt aan de brandjes die dagelijks geblust moeten worden.’


En de grootste eyeopener?


Leonie: ‘Het groeide geleidelijk van achterstanden wegwerken naar het maken van duurzame plannen die de kwaliteit van de lessen blijvend verbeteren. Met alles wat we nu doen, denken we vooruit.’


Hoe ziet de toekomst eruit?


Leonie: ‘We hadden eerder niet de middelen en de mindset om te experimenten – het moest altijd meteen goed zijn. Dat is wel veranderd. Iedereen binnen het HML is meer betrokken bij alle plannen, is er zelfs onderdeel van, waardoor er een groter draagvlak is. We hebben echt een zaadje gepland dat nu groeit. Sterker nog, er komt een volledig zelfredzaam Initiatief Bureau waarin onze eigen mensen nieuwe ideëen of experimenten zullen gaan oppakken en verder brengen.’