29/4/2021
Vijf kritische vragen die je helpen de potentiële waarde van je nieuwe idee te bepalen
Mensen bedenken aan de lopende band nieuwe producten. Ze investeren er ook veel in. Maar achteraf blijken ze toch vaak niet te werken. Er is geen markt voor, dus sterven ze een stille dood. En dat is natuurlijk zonde.
Daarom bespreek ik in de komende weken drie open deuren, en de bijbehorende kritische vragen die helpen bij het maken van de juiste keuzes in het concept-ontwikkelingsproces.
In dit stuk bespreek ik open deur nummer één.
OPEN DEUR ÉÉN: Levert het wel wat op?
De gebruiker vindt het mooi? Helemaal goed! Maar bedenk wel zo vroeg mogelijk of en welke waarde je oplossing oplevert in het grotere plaatje. Dus voor je organisatie, voor de maatschappij, en voor de wereld.
Deze vijf vragen helpen je om te bepalen of je een idee moet najagen of niet.
1. Past de richting, het nieuwe idee of het op te lossen probleem bij de organisatie?
Dat je klant een probleem ondervindt betekent nog niet dat jij degene bent die het moet oplossen. Ga na of en hoe een nieuwe propositie past binnen jouw ambitie en visie. Bedenk waarom jij het best geschikt bent om dit doen. En zet de succescriteria op een rij om je ambitie te verwezenlijken.
2. Hoe groot is de marktpotentie ongeveer?
Oké, je nieuwe idee past binnen de visie en ambitie. Goed bezig! Maar hoe groot is de markt voor je product nou echt? En welk aandeel denk je daarvan te gaan pakken?
En, net zo belangrijk, ga na wie (of wat) je daarbij in de weg zit. Je concurrenten, of maatschappelijke en technologische ontwikkelingen? Een stagnerende groei door een pandemie?
Hierbij hoef je echt geen lijvige marktanalyse te doen. Met wat creatief google werk kan je prima een grove inschatting maken. Dat helpt je enorm bij het bepalen of je moet investeren in een concept of niet.
3. Is het probleem groot genoeg?
Een losse stoeptegel bij jou om de hoek, kan een probleem zijn. Maar voordat je een bedrijf opzet en stoeptegels recht gaat leggen, is het wel belangrijk om je af te vragen: hoeveel mensen ervaren het daadwerkelijk als een probleem? En hoe vaak komt het eigenlijk voor? Voor drie mensen en zes tegels is het misschien niet de moeite waard.
Daarbij, nog belangrijker: hoe urgent of vervelend is het probleem en wat hebben mensen er echt voor over om het op te laten lossen?
Na het beantwoorden van deze vragen zou je een goed beeld moeten hebben of je een 'problem worth solving' te pakken hebt.
##widget##
4. Heb ik toegang tot de gebruiker?
Dus het probleem is duidelijk en groot genoeg. Je kan je nu afvragen hoe goed je de mensen kan bereiken die er last van hebben. En dat op een manier waardoor ze geïnteresseerd raken in jouw oplossing.
Bij de ontwikkeling van een nieuwe propositie is het belangrijk dat je goede lijntjes hebt met je early adopters. Zij zorgen namelijk voor de eerste tractie, zodat jij je investering kan verantwoorden. En zij zorgen voor de cruciale eerste feedback om je product mee te verbeteren.
5. Welke potentiële waarde gaat het nieuwe product leveren?
Zoals gezegd, je gebruikers zijn belangrijk. Maar heb je ook een idee welke waarde de gebruiker je oplevert? En hoe die waarde zich ontwikkelt?
Dat hoeft niet per se te worden uitgedrukt in euro's. Rekenen met een model met veel onbekenden (want die zijn er in het begin) is lastig. En waarde kent veel normen. De bottom line is dat de waarde die geïnvesteerd wordt en wat dat gaat opleveren, in balans moeten zijn.
Waarom worden deze vragen vaak vergeten?
Best redelijke vragen toch? Waarom worden deze dan zo vaak vergeten?
Veel ontwerpers denken meteen aan oplossingen voor de problemen die gebruikers ervaren. Zeker sinds het human centered design de voornaamste design aanpak is geworden. Daarnaast behoort het beantwoorden van deze vragen simpelweg niet tot de skill set van een gemiddelde ontwerper.
Aan de andere kant wil de klant met een beperkt budget graag snel meters maken. De gebruiker wil het? Super. Dan gaan we het maken. Veel tijd is er niet om een analyse te maken. En in deze fase nadenken of we de early adopter geactiveerd krijgen? Nee joh, kijken we later wel naar.
Tot slot is er de grilligheid die inherent is aan het innovatieproces. Zeker in de beginfase van conceptontwikkeling is het soms lastig om harde uitspraken te doen. De doelgroep is nog niet scherp gedefinieerd. En de waarde die het gaat leveren slechts is nog uitgedrukt in vage, voorlopige termen.
Wat gaat er mis als je het vergeet?
Toch moet je deze kritische vragen zo vroeg mogelijk stellen. De kans bestaat dat je er later in het traject (als je de vragen echt niet verder vooruit kan schuiven) achter komt dat er toch geen echte fit is met je visie of kernwaarden.
Of misschien nog vervelender: dat de markt helemaal niet groot genoeg is om het product rendabel te positioneren.
Kortom, je zet je geld blind op een paard dat uiteindelijk een shetland pony blijkt te zijn. Super leuk voor kinderen om een ritje op te maken maar Le Prix de Diane gaat-ie niet winnen.
Hoe onderzoeken we de potentiële waarde bij MakerLab ?
We pretenderen niet de beste business analisten te zijn. En we doen ook niet alsof we doorgewinterde strategy consultants zijn.
Maar we zijn wel pragmatische makers met een creatief analytische blik. We houden het daarom klein genoeg om de analyse snel uit te voeren en groot genoeg om een kwalitatieve assessment te maken. Met behulp van experiment design gaan we op zoek naar antwoorden.
Zo krijg je met een paar vragen over de ambitie en een eenvoudige SWOT analyse de strategische fit van een bedrijf of afdeling al scherp. Of kan je met een outside-in en trendonderzoek de ontwikkeling van een markt duiden. Of ontwikkel je zelf het business model voor je concept met ons Business Impact Model, waarmee je ook meteen de waarde van je concept bepaalt.
Waarom dit goed werkt
100% zekerheid is onhaalbaar, zeker in het begin van het productontwikkelingsproces. Daarvoor zijn er simpelweg te veel onzekerheden.
Daarom passen we de 80/20 regel vaak toe: 80% van het werk in 20% van de tijd. Het doel is om snel voldoende (tastbaar) bewijs te vinden dat de investering in een concept kan verantwoorden.
Zo focussen we ons op de meest kansrijke nieuwe ideeën, leren we snel waarom ze wel (en niet) werken en voorkomen we dat we laat in het proces voor onnodige verrassingen komen te staan.
Geheel volgens ons credo: ‘eerst zien, dan geloven’.